70 tot 80 procent van de inbraken gebeurt door gelegenheidsinbrekers. Dat betekent dat ze van de gelegenheid gebruik maken om in te breken. Wanneer zij een goede beveiliging tegenkomen zullen ze snel afgeschrikt zijn. Deze praktische tips helpen je al een eind op weg.
1. Sluit deuren steeds af met de sleutel.
Een deur die je achter je dicht trekt, is niet afgesloten. Je gebruikt dan immers alleen de dagschoot en niet de nachtschoot. Het is net de nachtschoot van je slot die je beschermt.
2. Leg geen waardevolle voorwerpen in het zicht.
Gelegenheidsinbrekers zien dit en weten meteen dat er iets te stelen valt. Is er inzicht in de woning mogelijk, stop dan alles zoveel mogelijk weg. Populaire items zijn geld, juwelen en elektronica.
3. Sluit je ramen.
Elk bereikbaar open raam moet dicht. Sluit ook ramen die op kipstand staan en makkelijk bereikbaar zijn. Deze ramen gebruiken immers maar een deel van hun sluitpunten en zijn eenvoudig te openen.
4. Laat geen werkmateriaal rondslingeren.
De gelegenheidsinbreker is meestal op weg zonder materiaal. Als hij het gewoon uit je tuin of een niet afgesloten tuinhuis kan oppikken, dan is het nog makkelijker voor hem. Berg je materiaal op in een goed afgesloten ruimte.
5. Geef je huis een bewoonde indruk.
Zeker tijdens de donkere dagen en bij valavond slaan inbrekers graag toe. Met een bewoonde indruk laat je hen twijfelen of je wel thuis bent. Dan gaan ze liever ergens anders naartoe.
