Tweemaal getroffen door oorlogsgeweld

Aan de razendsnelle toeristische expansie kwam met de Eerste Wereldoorlog abrupt een einde. Wegens de militair-strategische ligging tussen de havens van Zeebrugge en Oostende bouwden de Duitsers verschillende verdedigingsbatterijen op het grondgebied van Blankenberge. Het strand werd afgesperd, diverse hotels en villa’s werden voor troepeninkwartiering opgeëist en in de zeedijk groef men loopgrachten. Eind oktober 1914 staken de Duitsers de Pier, die gezien werd als een mogelijk landingshoofd voor Britse troepen, in brand. Het weinige landbouwareaal dat Blankenberge had, was ontoereikend om alle inwoners te voeden. De stadskas was leeg, de bevolking leed honger en ging gebukt onder de strenge maatregelen die de bezetter hen oplegde. Een gelijkaardig scenario speelde zich ook af tijdens de Tweede Wereldoorlog met dit verschil dat de materiële oorlogsschade hoger lag. Blankenberge werd verschillende malen getroffen door verdwaalde bommen waarbij vaak doden te betreuren vielen. Onderwaterzettingen van de weiden ten zuidoosten van de stad om een geallieerde opmars te stuiten, maakten heel wat landbouwareaal onbruikbaar. Alhoewel de Pier dit keer wel gespaard bleef, brachten de Duitsers tijdens hun aftocht grote schade toe aan de haveninfrastructuur door de sluisdeuren, de staketsels en de vuurtoren op te blazen.

Van het stationsgebouw hadden de Duitsers tijdens WO II een ware vesting gemaakt door in en rond het stationscomplex diverse bunkers met geschut uit te bouwen. Dit station, ontworpen naar de plannen van o.a Henri Vandevelde, dateert van 1937 en was één van dé architecturale innovaties van het interbellum in Blankenberge dat grotendeels gedomineerd werd door de art deco. Tijdens het interbellum beleefde het toerisme in Blankenberge opnieuw hoogdagen. Amper enkele jaren na het einde van de Eerste Wereldoorlog vonden de toeristen al opnieuw hun weg naar het Blankenbergse strand. In de periode tussen de twee wereldoorlogen had de stad opnieuw voldoende geldmiddelen om de vernielde gietijzeren Pier door een betonnen Pier te vervangen (1931-1933) en om op de plaats van het oude Casino uit 1886 een nieuw Casino in art deco te bouwen (1932-1934).

Zie foto 1: in 1933 verving een betonnen pier de gietijzeren constructie die de Duitsers in 1914 hadden vernield. Bron: Collectie Heemkundig Centrum De Benne. 

Zie foto 2: het casinogebouw uit 1932. Bron: Collectie Heemkundig Centrum De Benne.

Op de zeedijk trok men prachtige private art deco-gebouwen op, waaronder het hotel Palais du Comte Jean (1929) recht tegenover de Pier.